Modificatie TeleTron T813S Tranceiver

Inleiding

Oorspronkelijk komt de TeleTron set uit het openbaar vervoer en diende om te kunnen communiceren tussen de verkeersleiding en de afzonderlijke bussen her en der in de regio's. De TeleTron set bestaat uit 3 metalen behuizingen op een metalen basisplaat en een losse Connection box. De drie eenheden zijn respectievelijk: Het streven is om alles samen te bouwen, en uiteindelijk maar een van de drie modulen over te houden: De Tranceiver Module samen met een nieuw te bouwen Frequentie Controle Module. We zullen de Tranceiver Module hiervoor moeten modificeren. Het is bijzonder aan te raden een origineel schema van de TeleTron set te bemachtigen. Gedurende de modificaties zal worden gerefereerd naar signalen die her en der in het schema vermeld staan. Uiteraard gaan we er vanuit dat u in het bezit bent van ordentelijk gereedschap om een en ander netjes uit te voeren. Algemene stelregel: Werk netjes, neem de tijd. Indien u vragen heeft kunt u terecht op bovenstaand Email-adres, of wanneer ik QRV ben op de repeater van Eindhoven Succes!

De Power Converter Module (W813N)

Deze module dient om in een autobus de aangeboden 24Vdc om te zetten naar 12..13.8Vdc. De TeleTron Tranceiver Module werkt op deze 12..13.8Vdc. Over het algemeen hebben we allen een voeding in onze shack voor deze spanning , dus de Power Converter Module hebben we niet meer nodig.

De Toon/Stuur Module

De Toon/Stuur Module is herkenbaar aan de dubbele SubD connector aan de achterzijde. Een daarvan is in gebruik. In deze Toon/Stuur Module zit een klein printje dat we nodig hebben; de audio print. Dit is het printje dat met een aluminium koelblokje op het grote zinken koelblok is geschroefd. Schroef het printje los van de basisprint, en schroef ook het aluminium blokje los. De print kan nu uit de Toon/Stuur Module genomen worden. De rest van deze Toon/Stuur Module hebben we niet meer nodig. Demonteer nu het aluminium koelblokje voorzichtig van de transistoren 2N4919 en het versterker-IC de TDA2002 op het audio-printje. Bewaar de mica isolatieplaatjes van de 2N4919's welke later weer worden gebruikt. De hoogte van de componenten op het audio-printje is een belemmering voor de toekomstige inbouw in de Tranceiver Module. Verwijder hierom ook de TDA2002 van de print. Doe dit voorzichtig zonder de doormetaliseringen mee te trekken, gebruik hiervoor goede desoldeer-litze. Voorbereiding Audio-Print

Opamps

Alvorens de audio-print in de tranceiver wordt ingebouwd, is het verstandig om eerst alle modificaties op deze print te verrichten. Er zitten 2 opamps op de print van het type MC1458. Dit zijn nogal verouderde opamps, en ruisen als de zee. Verstandig is om hier wat ordentelijks in te zetten, bijvoorbeeld NE5532 of TIL072. Dit komt de audio-kwaliteit zeer ten goede. Beide opamps voldoen uiteraard allebei uitstekend in deze applicatie. Knip de pootjes van de oude IC's door en trek pin voor pin uit de print. Zuig met litze de soldeertin uit de gaatjes. Het beste is om voor de nieuw te gebruiken opamps eerst IC-voetjes te monteren.

Verlaging Transistoren

De transistoren 2N4919 staan 'te hoog op hun poten' om de audio-print netjes in de Tranceiver te kunnen bouwen. Verlagen van de transistoren is simpel: Breng veel tin aan de soldeerzijde van de transistor. Leg de bout plat op alle drie de pootjes zodat het tin van alle drie de pootjes smelt. Duw de transistor voorzichtig naar beneden, klaar. Idem voor nummer twee. Verwijder eventueel het teveel aan tin met litze.

Koellichaam

Omdat het koellichaam verwijderd is moeten we een nieuwe maken om de twee transistoren te kunnen koelen. Gelukkig wordt er niet meer veel van de +10V gevraagd, dus een klein aluminium koellichaam is voldoende. De bedoeling is om dit kleine koellichaam zelf te maken om alleen beide 2N4919's te koelen. Zie figuur 1:


Figuur1: Bovenaanzicht audiomodule met gemonteerd koellichaam. Als alles is gedaan zou het koellichaam moeten passen. Gebruik de oude gaten in de print om het koellichaam te monteren. Gebruik hiervoor M2,5 materiaal. Monteer hiermee ook de transistoren met de mica-isolatieplaatjes tegen het koellichaam. Figuur 2 illustreert het vooraanzicht hoe het een en ander eruit komt te zien wanneer het koellichaam is gemonteerd. Let op de tussenmoeren tussen het koellichaam en de print.


Figuur2: Vooraanzicht audio-print met gemonteerd koellichaam.

Verplaatsen Condensator

Voordat tot montage in de Tranceiver overgegaan kan worden is het nodig om een condensator C10 plat te leggen. De 'locking-as' die dwars door de tranceiver heen loopt zit net iets teveel in de weg. Haal C10 er eerst netjes uit en buig de pootjes voorzichtig 90( om. Buig de elco C02 een beetje richting midden van de print om wat extra ruimte te creëren. Soldeer het condensatortje weer vast op de print. (Zie figuur 1 rechts onder de elco)

Aansluiten & monteren TDA2002

Neem 5 flexibele stukjes draad van 4cm. Verbind deze tussen de print en de TDA2002, identiek zoals deze origineel op de audio-print verbonden zat. Let goed op dat de aansluitingen kloppen. Gebruik krimpkous om de pootjes van de TDA2002 te isoleren wanneer de draadjes zijn gesoldeerd. Boor een gat van 2.2mm in het koelblok, en schroef pas op het allerlaatst met een parker de TDA2002 goed vast. WAARSCHUWING: Verwijder eerst de zenderprint aan de andere kant, anders boort u in de kostbare HF-module! (Beryllium-oxide!)

Montage Audio-Print

De audio-print gaan we ondersteboven monteren in de tranceiver. Allereerst hebben we hiervoor een stuk jumper-header nodig van 13 pinnen, liefst een haakse uitvoering, en 2 stand-off's van 15mm hoogte. Allereerst worden de signalen op de connector van de audio-print benoemd. Houd de audio-print ondersteboven, met de blauwe connector naar u toe. Dit is tevens de positionering bij inbouw. De signaalbenamingen -van links naar rechts gezien- zijn als volgt:

Connector Locking, niet gebruikt;
"NF" Gedemoduleerd Audio (audio naar eindtrap)(P23 in TeleTron schema)
"S", Transmit-schakelaar; (naar massa = zenden);(P22 in TeleTron schema)
"R", Squelsh/afknijpcircuit; (naar massa = squelsh actief);(P21 in TeleTron schema)
"BS" Extra 'Line Out' Audio uitgang 300mVeff;(P20 in TeleTron schema)
"+10V" Gestabiliseerde uitgang;(P19 in TeleTron schema)
"+13V" voedingsspanning ingang;(P18 in TeleTron schema)
"RM" Extra audio-ingang;(P17 in TeleTron schema)
"M" Modulatie Signaal-uitgang (audio naar modulator) 120mVeff;(P16 in TeleTron schema)
Massa;(P15 in TeleTron schema)
Microfoon-ingang;(P14 in TeleTron schema)
"+S" Zendersturing-uitgang (Zenden = +10V);(P13 in TeleTron schema)
Luidspreker-uitgang;(P12 in TeleTron schema)
Massa(P11 in TeleTron schema)
Connector Locking, niet gebruikt;

Verwijder eerst alle printen die te verwijderen zijn, er zal namelijk geboord moeten worden. In de audio-print zitten 2 gaten die we goed kunnen gebruiken voor een nette montage.
Steek de 13-polige header in de blauwe connector van de audio-print. Positioneer de print op 3mm afstand van het zinken koellichaam, en net helemaal boven de zwarte 'locking as'. (Dit is de as die door de module heenloopt om deze in zijn slede vast te kunnen schroeven.) Nu komt het dusdanig mooi uit dat de massa (uiterste pin rechts, P11 in TeleTron schema) en de +13V (6e pin, P18 in TeleTron schema) van de 13-polige header precies boven de sporen vallen die we nou net nodig hebben. Al positionerende, boor voorzichtig eerst het linker gat in de printplaat. Krab het soldeermasker weg met een scherpe schroevedraaier aan de andere zijde van de printplaat en monteer de stand-off. Zorg dat deze goed contact maakt met de massa van de basisprint. Monteer nu de audio-print op deze stand-off. Boor het andere gat en monteer ook hier op eenzelfde wijze de stand-off. Schroef ook hier de audio-print vast. De 13-polige header is nog steeds zo gepositioneerd dat de 6e pin op '+13V', en de laatste pin op het massa-vlak valt. Krab het soldeermasker onder deze punten voorzichtig weg en soldeer de header vast aan deze 2 punten. Verwijder nu de audio-print, we zijn klaar om de header verder te gaan bedraden. Figuur3 illustreert hoe het een en ander eruitziet wanneer u zover bent:

Figuur3: Werkaanzicht onderzijde module met de deels gemonteerde header. Bedrading Audio-Print

Nu de montage is uitgevoerd, wordt het tijd voor de bedrading van de 13-polige header. Start aan de linkerzijde van de 13-polige header:

[1]"NF" Gedemoduleerd Audio (P23 in TeleTron schema):
Dit audiosignaal zal straks komen van een volumeregelaar op de nieuw te bouwen Frequentie Controle Module, en moet daarom op de SubD-connector worden aangesloten. Pinnetje 3 zal hiervoor gebruikt gaan worden. Volg het spoor naar boven, en krab het los vlak voor de header. Soldeer een draadje tussen het spoor en pin 1 van de header. Een verbinding tussen pennetje 3 van de SubD en de header voor de audio-print is nu gerealiseerd.

[2]"S", Transmit-schakelaar (P22 in TeleTron schema):
Dit signaal komt straks van de nieuw te bouwen Frequentie Controle Module, en moet daarom op de SubD-connector worden aangesloten. Pinnetje 5 zal hiervoor gebruikt gaan worden. Volg het spoor vanaf pinnetje 5 totdat u een 'T-splitsing' tegenkomt. Krab het spoor vlak voor deze 'T-splitsing door. Krab soldeermasker weg, en soldeer een stukje draad tussen dit spoor en pen 2 van de header. Een verbinding tussen pennetje 5 van de SubD en de header van de audio-print is hiermee gerealiseerd.

[3]"R", Squelsh/afknijpcircuit (P21 in TeleTron schema):
Dit signaal komt straks ook af van de nieuw te bouwen Frequentie Controle Module, en moet daarom op de SubD-connector worden aangesloten. Pinnetje1 zal hiervoor worden gebruikt. Oorspronkelijk zit het 'ER' signaal op pinnetje 1 van de SubD, echter deze is niet meer nodig. Het 'ER' signaal is een HF-ingangsverzwakker-stuursignaal en hebben we hier niet nodig. Om de 'ER' af te koppelen, volg het spoor naar boven. Bovenaan buigt het spoor af naar rechts en komt uit bij een spoeltje. Verwijder dit spoeltje van de basisprint. Het 'ER' signaal is nu afgekoppeld. Krab een stukje soldeermasker weg van het spoortje ergens in de buurt van de header. Soldeer een draadje tussen pin3 van de header en dit spoor.

[4]"BS" Extra 'Line Out' Audio uitgang (P20 in TeleTron schema):
Dit signaal wordt hier niet toegepast. Let erop dat dit extra audiosignaal voor de squelsh zit, dus niet wordt afgeknepen als we gaan zenden. Indien een extra Line Out signaal gewenst is, beveel ik aan om deze via een weerstandsdeler van de TDA2002 te betrekken.

[5]"+10V" Gestabiliseerde uitgang (P19 in TeleTron schema):
Op de basisprint loopt een spoor links naast het dikke +13V-printspoor. Dit is het spoor waar de +10V normalerwijs op binnenkomt. Soldeer een kort draadje aan de via (onder pin3 van onze header) en soldeer dit draadje vast op pin 5. De +10V blijft binnen de module.

[6]"+13V" voedingsspanning-ingang (P18 in TeleTron schema):
Deze is reeds direct gesoldeerd tijdens de montage van de audio-print.

[7]"RM" Extra audio-ingang (P17 in TeleTron schema):
Dit signaal wordt hier toegepast om de 1750Hz toon van de Frequentie Controle Module door te koppelen naar de Tranceiver module. Pinnetje 2 van de SubD moet gebruikt worden om dit signaal door te koppelen. Volg het spoor naar boven en snij het vlakbij de gemonteerde header door. Leg een draadje tussen dit spoor en pin7 van de header en dit spoor. Overigens, ook voor SSTV, Packet etc. is dit later een zeer geschikte ingang. De 'hardliners' onder ons weten hier wel raad mee.

[8]"M" Modulatie Signaal-uitgang (P16 in TeleTron schema):
Origineel komt dit signaal binnen op pinnetje 6 van de SubD connector. Volg dit spoor. U ziet dit signaal naar links gaan middels 2 via's. Kras dit korte stukje printspoor aan de bovenzijde door. Verder loopt het signaal via de rechterzijde van de basisprint helemaal naar boven naar pin21 van de oscillator-print. Krab van dit spoor een plekje kaal, en soldeer een draadje tussen pin8 van de header en dit spoor. Het modulatiesignaal is nu doorgekoppeld. Dit signaal is een intern signaal en blijft binnen de module.

[9] Massa (P15 in TeleTron schema):
Deze sluiten we niet aan. Via de montage en pin13 van de header hebben we voldoende massa.

[10] Microfoon-ingang (P14 in TeleTron schema):
Neem een stukje afgeschermde draad. Monteer dit af en soldeer de signaaldraad aan pin 10 van de header De afscherming mag hier open blijven. Soldeer de andere zijde van de signaaldraad aan pinnetje 6 van de SubD-connector. Uiteraard de mantel van de draad ergens aan massa solderen. SubD-connector pinnetje 6 is dan Microfoon-ingang geworden.

[11] "+S" Zendersturing-uitgang (P13 in TeleTron schema):
De zendersturing, of zender-driver kwam oorspronkelijk binnen op pinnetje 5 van de SubD-connector. Dit pennetje is reeds aangewezen als de 'S' zendersturing ingang die van de nieuw te bouwen Frequentie Controle Module af zal komen. De 'T-splitsing' is reeds losgekrabt voor het 'S'-signaal op pen2 van de header. Volg het originele spoor verder naar boven. Uiteindelijk komt deze uit op een rijtje vertikaal gesoldeerde pennen. (de bovenste hiervan) Soldeer een kort stukje draad tussen pin 11 van de header en de gesoldeerde pen. Dit signaal is een intern signaal en blijft binnen de module.

[12] Luidspreker-uitgang (P12 in TeleTron schema):
De via van de +10V die aan pin 5 is gesoldeerd, zit vast aan een klein spoor aan de andere zijde van de basisprint, en gaat vervolgens weer door een via naar de onderzijde. Dit is het traject waardoor vroeger de +10V binnenkwam.. Kras dit kleine spoor door, en soldeer een draadje tussen pin 12 van de header en deze tweede via. Een luidspreker-uitgang naar de SubD-connector is hiermee gerealiseerd. Dit spoor komt uiteindelijk uit op de SubD-connector pinnetje 7.

[13] Massa (P11 in TeleTron schema):
Deze is reeds direct vast-gesoldeerd op het kopervlak van de basisprint tijdens de montage van de audio-print..

Zie nu figuur4. Deze figuur illustreert hoe de bedrading bij de header eruit komt te zien nadat bovenstaande werkzaamheden zijn uitgevoerd:


Figuur4: Bedrading bij de header voor de audio-print. Let op de 'stand-off' rechts-boven. Wacht u nog met het definitief inbouwen van de audio-print. Dit komt later.

Signalen op de SubD-connector

Het wordt tijd om een opsomming te geven van de gebruikte signalen op de 15-polige SubD-connector:
Pinnetje1:'R' squelsh ingangssignaal vanaf de te bouwen Frequentie Controle Module. Noem dit signaal 'R-Drive, omdat dit het daadwerkelijke 'knijpsignaal' is;
Pinnetje2:'RM' remote modulation ingangssignaal vanaf de te bouwen Frequentie Controle Module voor de 1750Hz toon;
Pinnetje3:'NF' gedemoduleerd audio vanaf de te bouwen Frequentie Controle Module. Dit signaal zal vanaf een volumeregelaar komen. Noem dit signaal voortaan 'NF-Return';
Pinnetje4:'+13V' inkomende voedingsspanning;
Pinnetje5:'S' transmit-commando vanaf de te bouwen Frequentie Controle Module.
Pinnetje6:Microfoon-ingang;
Pinnetje7:Luidspreker-uitgang;
Pinnetje8:'R' squelsh uitgang naar de te bouwen Frequentie Controle Module. Noem dit signaal 'R-Detect' omdat dit signaal naar de microcontroller van de Frequentie Controle Module zal gaan;
Pinnetje9:(Nog) niet gebruikt; (wordt later Strobe)
Pinnetje10:(Nog) niet gebruikt; (wordt later Clock)
Pinnetje11:(Nog) niet gebruikt; (wordt later Data)
Pinnetje12:'+13V' inkomende voedingsspanning;
Pinnetje13:Massa;
Pinnetje14:Massa;
Pinnetje15:'NF' gedemoduleerd audio naar de te bouwen Frequentie Controle Module. Dit signaal zal naar een volumeregelaar gaan. Noem dit signaal voortaan 'NF-Send';

Voorbereiding synthesizer-aansturing op de basisprint

Draai de module terug naar de bovenzijde. In de module zit de synthesizer-print exact in het midden. Verwijder de module voor latere modificatie. De modificatie van de synthesizer-print zal inhouden dat er 2x HEF4094 op de synthe-print gemonteerd zullen moeten worden. Allereerst moet de basisprint worden voorbereid. Een HEF4094 heeft maar 3 signalen nodig: Clock, Data en Strobe. Allereerst moet u zorgen dat deze 3 signalen toegevoerd kunnen worden vanaf de SubD-connector naar de synthesizer-print. Zie alhier, op de SubD-connector: Er zit een dotje condensatortjes bij de SubD-connector voor het onderdrukken van HF storingen. Zorg ervoor dat de condensatortjes die over deze 3 signalen staan worden vervangen door 100p. De reden hiervoor is dat de Frequentie Controle Module straks zeer snel nieuwe frequenties moet kunnen 'downloaden' naar de HEF4094's op de synthesizer-print. De originele waarde van 1n5 is te hoog om snel data te klokken naar de HEF4094's.

Modificatie synthesizer-print

Dit is het moeilijkste gedeelte van de totale ombouw. Zie het bijgeleverde schema in Bijlage II. De component-referenties in Bijlage II zijn identiek aan de originele TeleTron schema's. Dit stukje elektronica zal op de synthe-print gerealiseerd/gemodificeerd moeten worden. Gelukkig zitten de voedingsspanningen al aardig op hun plek, echter, de rest moeten we van de deler loskoppelen, i.a.w. doorkrassen van printsporen e.d. Let op dat de instelling van de trimmer niet wordt veranderd! Deze trimmer bepaalt de afstemming van de referentie-oscillator.

Voorbereiding van de synthe-print:

Haal de synthe-print uit de Tranceiver Module. Verwijder eerst alle pennetjes van de oude prom's en zuig met litze de gaatjes van U5 en U7 voorzichtig leeg. Kras alle sporen op de bovenzijde weg die aan U5 en U7 zitten. Verwijder nu definitief V01, V02, V03, R06, R07, R08, R09, R10, R11, R15, R16, R17, R18, R19 en R20. Verwijder ook C08, C10, C11, C12, C13 en C14. Soldeer nu 47p op de plaatsen van C11, C12 en C13. Hier komen later resp. Strobe, Clock en Data op binnen. Soldeer nu IC-voeten op de plaats van U5 en U7. Aan de onderzijde lopen printspoortjes die de originele prom's U7 naar U6 en U5 naar U4 doorkoppelen. Kras al deze printspoortjes door. De signalen van de nieuwe HEF4094's komen namelijk helaas totaal niet overeen met die van de originele prom's.

Aansluiten Strobe, Clock en Data:

Allereerst moet er een 'pull-up gecreëerd worden, zie schema in bijlage II. Soldeer op de weerstanden R12, R13 en R14 een weerstand van 2k2. Gebruik hiervoor het liefst mini-weerstandjes, omdat deze rechtop komen te staan. Neem een stukje blanke draad en soldeer de andere zijde van de weerstanden door aan elkaar. Soldeer de draad aan de +10V (bij C09). Zoals u in het schema kunt zien vormen R11/C11, R12/C12 en R13/C13 nu een laagdoorlaatfilter. De uitgang van dit filter moet aangesloten worden aan de HEF4094's. Zie figuur5:

Figuur5: Bovenzijde synthe-print.

Aanbrengen voedingsspanning voor de HEF4094's:

Vroeger werden de voedingsspanningen van de prom's geschakeld middels de transistoren V01, V02 en V03. Nu deze verwijderd zijn moeten er een aantal doorverbindingen worden gelegd om +10V naar pin16 van de HEF4094's te krijgen:

Aanbrengen massa voor de HEF4094's:

De onderste HEF4094 heeft al massa aan pin8 (zie figuur5). De andere HEF4094, echter, nog niet. Deze massaverbinding wordt als volgt gemaakt:

Doorkoppeling deeltallen naar de S187B deler:

Zie figuur6. U zult begrijpen dat dit tekstueel erg moeilijk is uit te leggen. Zie het bijgeleverde schema in Bijlage II. In het schema is duidelijk aangegeven hoe de bedrading moet komen te zitten. Q1 van J7 (pen4) naar de S187B 'B128' (pen18) enz. Probeer zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande sporen op de print zoals te zien is in figuur6.

Figuur6: Doorkoppeling deeltallen naar de S187B deler. (Niet gebruiken als referentie!)

Het geheel komt er zo netjes uit te zien. Monteer de synthe-print weer terug in de Tranceiver Module.

Bouw & Werking van de Frequentie Controle Module (FCM)

De tijd is nu gekomen om de FCM op te gaan bouwen. Waarschijnlijk heeft u vooraf de keuze gemaakt de FCM-1 print te bestellen of zelf aan de slag te gaan met een stuk eilandjes-print. Denk er wel om dat wanneer u kiest voor zelfbouw op eilandjes-print dat u bij de meer ervaren electronici moet behoren. Bijlage I illustreert het elektrisch schema wat opgebouwd dient te worden, bijlage III de componentenopdruk van de FCM-1 printplaat met de aansluit-instructies daaromheen.

Assemblage van de FCM-1:

Zie bijlage III. Dit is een copie van de tekstopdruk. Gebruik dit als referentie voor assemblage. Volg de referenties op het printje samen met het schema van Bijlage I, R101, R102 enz. Het kan dan niet fout gaan. De Microchip-controller PIC16C57 is vooraf geprogrammeerd en getest, geen zorgen dus dat deze niet werkt.. Zet de Microchip liefst op een IC-voet. De resonator van 3.579MHz mag eventueel vervangen worden door een kristal. Dit is absoluut niet kritisch. De knoppen, potmeter, digitale encoder, etc. worden aangesloten op de gemonteerde pinnetjes op de print zoals weergegeven in Bijlage III. Ook wanneer u met eilandjes-print aan de gang gaat, is het zinvol een 'floorplan' te maken en daarin de referenties -R101, R102 enz.- te gebruiken zoals gebruikt in het schema in bijlage I. De kans op fouten is dan -vooral bij netjes werken- het geringst.

Werking van de FCM-1:

Zie het schema in bijlage I en de tekstopdruk van de FCM-1 print in bijlage III:

Controller:

Het hart van de FCM wordt gevormd door de eerder genoemde microcontroller PIC16C57-XT van Microchip. Deze PIC draait op 3.579MHz. De volgende ingangssignalen kunnen door de PIC worden gescand: In de PIC draait continue een routine die in staat is al deze ingangssignalen gelijktijdig te scannen, dus het maakt niet uit welke van de ingangssignalen komt, alles wordt meteen verwerkt. Afhankelijk van de bediening stelt de PIC de (gemodificeerde) synthesizer in op de gewenste frequentie via RB6 (Strobe), RC1 (Clock) en RC2 (Data). De 7407 buffert de signalen en maakt ze geschikt voor het 10V signaalniveau van de Tranceiver Module. Het SubD connector shassisdeel op de FCM-1 print (of uw zelfbouwsel op eilandjes-print) is een SubD-15 female-uitvoering en is identiek aangesloten als in de gemodificeerde Tranceiver Module.

LCD-aansturing:

Een gedeelte van de synthesizer-stuursignalen wordt tevens gebruikt om een LCD display mee aan te kunnen sturen. Een HEF4094 (serieel naar parallel -converter) zet seriële signalen om naar een parallelle databus t.b.v. aansturing van de LCD. Met RB7 (RS) en RC0 (EN) stuurt de PIC de 'register select' en 'enable' -signalen van het LCD display aan. Elk LCD display met 2x16 karakters kan hier worden gebruikt, ze werken bijna allemaal. Let op: De wat oudere typen zijn te traag en hebben een negatieve voeding nodig die hier niet voorhanden is. Wanneer het glas van de LCD een wat groenige kleur heeft, zit u goed en heeft u een wat moderner type te pakken wat vast werkt. Koop het LCD-display beslist niet nieuw, dit is veel te duur (Fl 40,- tot Fl 60,-!!). Beter is te wachten op een goeie radioamateurdag waar deze LCD's veelal voor een gering bedrag worden aangeboden. LCD-displays hebben altijd een 14-polige 'bus'. Het beste is een oud stuk 14-polige flatcable met connector op te snorren en deze netjes aan de LCD vast te solderen. Dit is ook handig voor een nette montage in een kastje. Alles is in elkaar te zetten en uit elkaar te halen middels deze flatcable-connector op de print. Let op dat u pin1 van de LCD 'bus' op pin1 van de flatcable-connector zit.

EEprom:

Omdat het later gewenst is om geprogrammeerde parameters te bewaren, is er in de schakeling een EEprom opgenomen, IC102. Dit is een forse EEprom van 64Kbit. Alle teksten, scan-parameters etc. worden hierin opgeslagen. De PIC beheert deze EEprom middels een softwarematig aangemaakte I2C-bus. Dit is de bekende 2-draads bus van Philips waar elke kleuren-TV en audioset vol mee zit.

Buzzer / 1750Hz toon:

RB4 van de PIC dient om de buzzer B101 aan te sturen. Bij bediening van de toetsen krijgt men zogenaamde 'tikjes' te horen, erg handig tijdens de bediening. Tevens dient dezelfde RB4 als toon-generator-uitgang om de 1750Hz aan te maken die nodig is om een repeater-station te openen. Rond T103 is een 12dB/oct 'Low Pass'- filter opgebouwd die netjes een sinus maakt van het oorspronkelijke blokgolfsignaal uit RB4. Dit spaart u later veel extra werk in de Tranceiver Module zelf, geen gefriemel met kleine printjes dus.

Squelsh-sense:

Met T102 is een 'Squelsh Sense'-circuitje opgebouwd. De BC517 is een darlington-transistor en is hier gebruikt als emitter-volger. De afgegeven squelsh-stuurspanning van de Tranceiver Module is niet echt handig en ligt oorspronkelijk tussen 3.4V (geen signaal) en 9.8V (signaal). De dubbele basis-emitter overgang van de darlington BC517 en de LED realiseren samen een spanningsval van 3.2V. Dit alles maakt het signaal geschikt om aan te bieden aan de PIC. Bij ontvangst van een signaal licht de LED op, erg handig bovendien. Kleine wijzigingen & wederopbouw TeleTron Tranceiver Module

Inlijmen Header:

Eventueel kunt u de header 'inlijmen' zodat deze definitief goed vast zit, echter, wacht hiermee tot het allerlaatst zodat u zeker weet dat de tranceiver werkt en alle bedrading in orde is. De bedrading op de header is in ieder geval klaar.

Montage Audio-Print, Synthe-Print, Zender-Print:

Monteer de audio-print netjes op de header en stand-off's. Schroef de audio-print vast. Schroef ook de TDA2002 goed vast met een parker. Let op dat de draadjes niet bekneld raken, en dat het koellichaam van de TDA2002 niet buigt.. Monteer vervolgens de synthe-print weer netjes terug op zijn stand-off's. Monteer ook de Zender-Print terug op zijn plaats. Pas op voor de koelpasta, deze is nogal giftig.

Modificatie ZF-Print:

De ZF-print is de lange print die tegen de achterzijde gemonteerd zat. Hierop zit weer zo'n oud beestje, de MC1458. Deze opamp J02 versterkt de gerecoverde audio uit de FM-demodulator. Daar deze opamp ook hier ruist als de zee, raad ik u aan deze te vervangen voor een TIL072. Dit is een MOS-FET opamp welke een zeer hoge ingangsimpendantie bezit en weinig ruist. Goed voor filters en zo. De bedoelde opamp is de middelste op de ZF-print. De andere opamps zijn voor filtering t.b.v. het squelsh signaal en zijn dus niet kritisch. Op de ZF-print zit een zener van 2,1V dicht bij opamp J04. Dit is D08. Deze zener moet u middels een draadje overbruggen. Monteer na het vervangen van de opamp en het overbruggen van zener D08 de ZF-print weer terug in de TeleTron Module.

Modificatie HF-Print:

De HF-print herkent u door het kristal-filter, het grote 'zilverkleurige blokje' op de print. Aan de soldeerzijde is een blikje gesoldeerd waar de spoel van de ontvanger-VCO te bereiken is. Allereerst moet u de was in het spoeltje weghalen. Neem een boor van 3mm. Draai met de hand de boor voorzichtig in het gat, en haal zo de was weg. De messing kern is zo straks goed bereikbaar voor afregelen van de ontvanger-VCO. Ook moet u het afregelbereik van de kringen L01, L02, L03, L04 en L05 aanpassen naar 144..146MHz. Vroeger werd de TeleTron vanaf 154.5MHz t/m 155.5MHz gebruikt. De kringen zijn origineel te hoog afgestemd voor de 2-m band. Afregelen naar 145MHz gaat soms goed, echter uit de praktijk blijkt dat de gevoeligheid dan tegenvalt. Het allerbeste is meteen parallel aan de bestaande capaciteiten een paar pico's extra toe te voegen om een goed afregelbereik te garanderen. Zo bent u er zeker van dat bij het afregelen makkelijk de maximale gevoeligheid behaald kan worden, en er hoeft niet te worden gerommeld met de kerntjes van de spoelen. Het materiaal van de kerntjes bepaalt tevens de Q-factor van de filters, dus het is beter deze niet uit te wisselen. U kunt op de print zien dat parallel aan C03, C04, C09, C10 en C11 een condensatortje geplaatst kan worden. Er zitten reeds gaatjes in de print. Zuig deze gaatjes leeg met desoldeer-litze. Plaats parallel aan al de condensatortjes C03, C04, C09, C10 en C11 een condensatortje van 2p2. Dit moet een keramisch condensatortje zijn, liefst zo'n grijs Philips- condensatortje met zo'n zwart hoedje. Monteer na het soldeerwerk de HF-print terug in de TeleTron Tranceiver Module.

Modificatie Oscillator-Print:

De laatste print die u moet modificeren is de Oscillator-print. Dit is de print met het hoekje eruit waar de zender-VCO opzit. Aan de soldeerzijde is ook op deze print een blikje gesoldeerd waar de spoel van de VCO te bereiken is. Allereerst moet u de was in het spoeltje weghalen. Doe dit op dezelfde wijze als bij de HF-print. De messing kern is zo straks goed bereikbaar voor afregelen van de zender-VCO. Op deze print zit ook de microfoon-voorversterker. Deze is opgebouwd rond opamp J02. Het type opamp NE1458 is absoluut niet geschikt om een gevoelig microfoonsignaal mee voor te versterken, hiervoor ruist hij teveel als de zee bij windkracht 8. Vervang deze opamp liefst voor een NE5532. Verder zit er een filter achter de microfoon-voorversterker om de audio-bandbreedte voor modulatie in te perken. Dit filter is opgebouwd rond opamp J01. Ook hier is het beter iets anders te plaatsen: Het beste geschikt voor deze taak is de TIL072. Met z'n J-FET ingangscircuit een perfecte opamp voor filtering.

Montage 15-polige SubD kabel

Neem een stuk installatiekabel naar wens van 1 tot 3 meter. Er wordt sterk aangeraden 16-aderig afgeschermd te gebruiken om later problemen met het microfoonsignaal te voorkomen. (de gevreesde brom en zo....) Maak een 15-polige SubD 'verlengkabel', alles 1-op-1 doorgekoppeld, male naar female. De originele kabel gebruikt in de TeleTron-set was niet afgeschermd (foei!) en is absoluut niet aan te raden om te gebruiken. Alle signalen zullen door deze kabel gaan lopen, inclusief het onversterkte microfoonsignaal. Het beste is de afscherming van de kabel te solderen aan het metalen shassis van de SubD connectoren zelf. Dit garandeert een perfecte afscherming. Ook is het aan te raden de kunststof beschermingskap te gebruiken die origineel aan de oude kabels zat.

Aansluiten luidspreker en voedingsspanning

Erg handig is het om de originele cassette te gebruiken om later de Tranceiver Module weer terug in te schuiven. Tevens kan men in de kunststof beschermingskap de spanning toevoeren en een luidsprekeraansluiting maken. Zie hiervoor figuur7: Links komt de voeding binnen, rechts gaat de 15-aderige afgeschermde kabel naar buiten. Aan de kopse kant past precies een 'walkman' 3.5mm shassis, of een cinch-shassis waarop de luidspreker aangesloten kan worden. Deze methode is zeer aan te raden omdat er zo zeker geen grote stromen gaan lopen in de 15-pol. kabel. Zie figuur 7:

Figuur7: SubD-connector met spanningstoevoer en luidspreker-uitgang.

Aansluitingen aan de FCM-1, Frequentie Controle Module print

Inmiddels is de Tranceiver Module uitgerust met de verlengkabel en met de FCM-1. De tijd is gekomen om het restant op de FCM-1 aan te sluiten. Zeker alvorens er spanning aangebracht kan worden, is het verstandig allereerst alle bedienknoppen, microfoon, schakelaars etc. aan te sluiten aan de FCM-1. Zie bijlage I, het schema, en bijlage III, de tekstopdruk van de FCM-1 print: Controleer alle aansluitingen op eventuele fouten. Sluit de SubD-verlengkabel aan tussen de TeleTron Tranceiver Module en op de FCM-1 print. Sluit ook een PC-AT toetsenbord aan op de FCM-1. Zorg ervoor dat alle toetsen, LED's en de digitale potmeter die op de FCM-1 aangesloten zitten ordentelijk zijn geïsoleerd en dus geen kortsluitingen kunnen veroorzaken. Monteer een stuk 50( coax aan de antenne-aansluiting, en voorzie de andere zijde van een plug welke netjes op de TeleTron Module past. Zorg ervoor dat de schroef in de antennevoet voldoende is aangedraaid zodat deze contact maakt met de antennespriet! Doet u dit niet, dan loopt u de kans later bij afregelen de HF-versterkermodule op te stoken. Verwijder de inbus op het grote koellichaam en draai de potmeter op de zender-print helemaal linksom, dus omlaag voor minimaal vermogen bij zenden (+/- 1W) Sluit de luidspreker aan en voorzie de TeleTron Tranceiver Module van spanning. (ca. 13Vdc). In ieder geval moet de software in de PIC opstarten met de tekst 'Super Teletron Scrutinizer' in het LCD-display. De buzzer op de FCM-1 moet ook 'ratelen' bij opstarten van de software. Na de opstart van de software moet in het display "®000 144.0000MHz" staan. Ziet u niets, probeer dan met de instel-potmeter P101 op de FCM-1 print de contrast van het LCD-display af te regelen. De squelsh moet als het goed is de audio nagenoeg meteen onderdrukken. Het beste is dat u nu eerst de gebruiksaanwijzing van de FCM-1 software leest. Wanneer u later gaat afregelen kunt u bepaalde eigenschappen van deze software handig gebruiken.

Gebruiksaanwijzing FCM software

Om u een gevoel te geven hoe het een en ander er naderhand uit kan komen te zien zie alhier een voorbeeld van de gebouwde FCM-1 hardware in mijn shack, zie figuur8:
Figuur8: FCM-1 print + bediening ingebouwd op ALU-hoekprofiel

Links ziet u de krulsnoer met plug voor de microfoon. Daarboven ziet u een LED-bar die gaat branden bij het zenden. De 4 toetsen rechts van de mike-plug zijn resp. de 'Up', 'Down', 'Enter' en 'Escape' -toetsen. Daarboven zitten de volume-regelaar, de repeater-shift schakelaar, squelsh off -schakelaar en backlight-lichtsterkte. Momenteel zit er een oud AT-keyboard ingeplugt (in het midden). Onder het display zitten 3 LED's gepositioneerd: 'Power', 'Repeater Shift On' en 'Squelsh Signal' In feite bestaat het geheel uit niet meer dan een 3mm ALU-hoekprofiel van 5cm x 5cm wat netjes antraciet-kleur gespoten is. Uiteraard is deze figuur maar een voorbeeld: u bent vrij om de hardware rond de FCM-1 print op te bouwen hoe u zelf wenst!

Frequentieafstemming:

Afstemmen van de gewenste frequentie -of kanaal- kan op 3 manieren: De 'spacing' is comform de IARU bandplannen voor de 2-meter band, en is 12.5kHz per kanaal.

Starten/Stoppen Scan-mode:

Dit kan alleen met de druktoetsen: Het laatste is erg handig als u bijvoorbeeld mobiel bent. Wanneer u in scan-mode staat, en u hoort iets, dan is het vaak gewenst die frequentie uit te luisteren. Allereerst laat de FCM software de laatst ontvangen frequentie-benaming altijd in het display staan, dus al erg handig. Verder kunt u door eenmaal op 'Enter' te drukken allereerst uit de scan-mode gaan. Door het meermaals kort op de 'Enter' druktoets te duwen stapt u door de gescande frequenties: Het zeer snel kunnen opzoeken van de gewenste frequentie is het resultaat, u kunt deze nu snel vinden en uitluisteren.

Toggle Scan per frequentie:

Elke afzonderlijke frequentie is te scannen. Per frequentie kan men de scan aan- of uitschakelen (toggle):

Opslaan van de gewijzigde Scan-Tabel in de EEprom:

Wanneer u de scan-tabel gewijzigd heeft, is er de mogelijkheid om deze tabel op te slaan in de EEprom, om later -na spanningsuitval- weer automatisch te laden: Wat u ook kunt doen is tijdens gebruik tijdelijk de scan-frequenties manipuleren. Door deze niet op te slaan gaan deze na spanningsuitval uiteraard verloren, maar dit is soms erg handig als u een 'ritje Nederland' gaat maken. Bij het opnieuw aanbrengen van de spanning (lees: starten van uw auto) wordt de originele scan-tabel automatisch geladen!

Edit frequentie-benaming:

Alleen middels een PC-AT keyboard is het mogelijk voor elke frequentie een 16-karakter naam te programmeren en op te slaan: Wanneer u een 16-karakter naam hebt verzonnen, en u voert deze in, dan zult u merken dat de edit-mode automatisch wordt beëindigd wanneer de regel vol is. Erg handig voor een snelle invoer. Voor het herkennen van "bekende" frequenties -zoals bijvoorbeeld de repeater-frequenties- is het handig de benaming hiervan in te programmeren met het AT-keyboard. Zo voorkomt u ook de bekende problemen met andere amateurs: Wanneer u denkt gezellig QRV te zijn op 144.500MHz, dan rijdt u collega-amateurs in de wielen die net CW zitten te doen op deze frequentie. Programmeert u 'Only Use CW Here" in het veld van deze frequentie, zult u die fout in ieder geval niet maken! Tevens herkent de FCM-1 software automatisch de hoofdletter 'R'. Wanneer u een frequentie-benaming heeft ingetypt zoals "Relais Eindhoven", dan zal automatisch de repeater-shift worden uitgevoerd, ondanks dat u de repeater-shift -schakelaar uit heeft staan! De hoofdletter 'R' is een gereserveerde letter en mag u niet gebruiken als eerste letter voor een benaming anders dan een repeater-frequentie. Vanaf heden heeft u nooit meer zorgen over de repeater-shift.

Afregel-Aanwijzingen voor de TeleTron Tranceiver Module

Dit laatste hoofdstuk dient om u aanwijzingen te geven wat u moet doen en waar u op moet letten wanneer u de TeleTron Tranceiver Module gaat afregelen. Alle modificaties moeten uitgevoerd zijn, de FCM-1 print/software moet kunnen opstarten en alles moet aangesloten zijn. Ook moet u in het bezit zijn van de originele TeleTron schematuur. Het beste is te starten met het HF-ontvangstdeel, de HF-print:

Afregelen van de ontvanger-VCO op de HF-print:

Zet de frequentie op 145.0000MHz. Neem een goede trimmer (ja, een trimmer!) die past in het messing kerntje van de HF-print VCO. Zie onderstaand figuur 9. Regel het meetpunt (de 3 doorverbonden pads) zo af dat hier 5,5V op staat. Wanneer dit goed gaat is het zeker dat de FCM-1 hardware en de omgebouwde Synthe-print goed werken!


Figuur9: Afregelen 5,5V van de ontvanger-VCO.

Afregelen scheidingstrap op de HF-print:

Regel nu L07 zo af zodat er over R23 ongeveer 4V staat. De FET V02 staat dan optimaal ingesteld.

Afregelen ingangskringen op de HF-print:

Dit is het lastigste deel van de afregelprocedure: Het afregelen van de kringen van het ontvanst-gedeelte. Het allerbeste is om iemand te zoeken met een HF-meetzender, echter, het kan ook zonder: Op deze wijze kunt u de ontvanger nagenoeg perfect afregelen. Het is wel een kwestie van geduld indien er niet een paar mensen QRV zijn....

Afregelen Zender-VCO op de Oscillator-print:

Het zender-gedeelte is een stuk eenvoudiger, echter, u heeft hiervoor een 50( dummy-load nodig. Sluit de dummy-load aan op de BNC van de Tranceiver Module. Draai de inbus in het koellichaam los om het vermogen van de Tranceiver Module terug te kunnen schroeven: Draai met een kleine schroevendraaier de potmeter geheel linksom. Zet vervolgens de frequentie op 145.0000MHz, en zorg ervoor dat de Tranceiver Module continue zend door de mike-schakelaar vast te plakken etc. Let op dat de repeater-shift-schakelaar uitgeschakeld staat. Zet een ontvanger aan om de 145.0000MHz op te kunnen pikken. De coax zal voldoende lekken om de ontvanger voldoende signaal te geven zodat u kan controleren of er HF uit de Tranceiver Module komt. Regel in ieder geval niet af zonder deze dummy-load. Neem een goede trimmer (jawel, een trimmer!) die past in het messing kerntje van de Oscillator-print VCO. Zie onderstaand figuur 10. Regel het meetpunt (P11, vanuit het midden de 2e soldering) zo af dat hier 6V op staat. Wanneer dit goed gaat en u ontvangt ook signaal met uw ontvanger, dan is het zeker dat alles correct werkt!

Figuur10: Afregelen zender-VCO op de Oscillator-Print.

Afregelen Modulatiediepte van de Oscillator-print:

De modulatie is origineel te breed ingesteld. Gebruik de meetopstelling zoals hierboven omschreven. Draai de potmeter R11 iets terug, deze zit naast het blikje op de Oscillator-Print. Luister met uw ontvanger op 145.0125MHz en op 144.9875MHz om te kijken of er overmodulatie is. Op deze frequentie mag u niet meer te beluisteren zijn! Draai de potmeter P11 zo terug zodat deze twee frequenties stil zijn. Uiteraard moet u controleren of u op 145.0000MHz wel te beluisteren bent! Omdat alles nu afgeregeld is wordt het tijd om eens contact te zoeken met iemand die kan beluisteren of uw audio-kwaliteit, modulatie etc. in orde is. Verwijder nu de dummy-load en sluit de antenne aan, draai het vermogen op tot 3/4 van het bereik (7W) en zet de repeater-shift schakelaar aan. Stem af naar de repeater-frequentie in uw regio en ga QRV! Veel plezier met de vernieuwde TeleTron-set! Zie figuur 11:


Figuur11: Automatische repeater-shift door geprogrammeerde hoofdletter 'R' van 'Relais'
Bijlagen:
TeleTron Tranceiver Ombouw
Marc Simons  PE1-RRT  msimons@IAEhv.nl

Page 2      Date 22-05-97      PE1-RRT
Teletron Homepage